Aanvullende omschrijving
Het pand Rijtuigweg 26 is een fraaie villa in een soort Chaletstijl uit 1910. Het ontwerp en de detaillering van het pand tonen aan dat het pand ontworpen is door een bekwaam architect. Helaas is de naam van de architect van het pand niet bekend. Het goed uitgevoerde ontwerp is nog steeds gaaf en intact. Het pand verkeert in een uitstekende staat van onderhoud. Zowel in esthetisch als technisch oogpunt is sprake van een uitzonderlijk pand. De geheel vrijstaande onderkelderde tweelaags villa heeft een onregelmatige plattegrond en gevels in schoon metselwerk. Het metselwerk van de gevels bestaat in hoofdzaak uit baksteen. De paarsachtige baksteen in Waalformaat is in kruisverband uitgevoerd. Zoals in het bouwjaar gebruikelijk is het metselwerk voorzien van gesneden voegwerk. De gevels van het pand zijn horizontaal geleed door middel van banden. Deze banden zijn samengesteld uit een soort rode verblendsteen en roodgekleurd voegwerk. Tussen deze rode banden, ter hoogte van de verdiepingsvloer, zijn met behulp van een soort gele verblendsteen geometrische patronen gemetseld. Ook op enkele andere plaatsen in de gevels zijn deze decoratieve geometrische patronen aangebracht.
De gevels van het pand hebben een naar buiten springend basement. Het basement is voorzien van een plint van hardsteen en een geprofileerde hardstenen afdeklijst met bijbehorende hoekblokken. De buitentrappen onder de luifel bij de voordeur en de daaraan verbonden borstweringen met geprofileerde afdekbanden zijn eveneens uitgevoerd in hardsteen. De vensters zijn alle recht gesloten en sommige bevatten nog de originele ramen. De bovenramen van het kruiskozijn hebben nog het oorspronkelijke glas-in-lood. Opvallend zijn de twee vensters rechts van de voordeur. De omlijsting van deze beide vensters in de voorgevel is uitgevoerd in hardsteen.
Het pand heeft een markante dakconstructie bestaande uit een samengesteld dak gedekt met pannen. De dakvlakken zijn gedekt met gegolfde Hollandse, roodbruine ge�obeerde of geglazuurde, keramische dakpannen. De dakvlakken zijn eveneens voorzien van bij de dakpannen behorende gelijksoortige nokvorsten en pironnen. In de afzonderlijke dakschilden zijn goed geproportioneerde dakkapellen evenals een schoorsteen, wolfseind en uilenbordvenster opgenomen.
De luifel boven de voordeur is gedekt met roodbruin ge�obeerde of geglazuurde gebakken platte leipannen en bijbehorende vorsten.
De Chaletstijl komt tot uitdrukking in de diverse houten overstekken en een goot rustend op versierde houten standvinken/gootsteunen. De dak- en gootoverstekken met standvinken c.a. zijn fraai gedetailleerd bewerkt.
Aan de achterzijde van de villa bevindt zich een goed geproportioneerde houten erker met een plat dak. Verondersteld mag worden dat de kleuren van het schilderwerk nog grotendeels overeenkomen met de oorspronkelijke kleuren.
Rijtuigweg 26 is als hoekpand belangrijk voor het straatbeeld. Het pand is van monumentaal belang en voor bescherming komt het exterieur van het pand in aanmerking.
Redengevende omschrijving
Geheel vrijstaande onderkelderde tweelaagse villa met een onregelmatige plattegrond en gevels in schoon metselwerk onder een samengesteld dak gedekt met rode geglazuurde pannen.
Het pand is met de diverse houten oversteken en de groot rustend op versierde houten standvinken/gootsteunen gebouwd is een soort chaletstijl. De decoratie van de gevels wordt rondom verzorgd door geometrisch patronen van rode en lichtgele baksteen. De vensters zijn alle recht gesloten; sommige bevatten nog originele ramen.
Aan de achterzijde van de villa bevindt zich een houten erker.