Aanvullende omschrijving
Tweelaags gedeeltelijk onderkelderd pand met een gepleisterde empirelijstgevel onder een zadeldak met schild aan de voorzijde. Aan het voorhuis is een eenlaags achterhuis gebouwd. Monumentale voordeuromlijsting met geblokte pilasters. Fries met lijstwerk; kroonlijst op voluutvormige consoles. Inwendig in voor- en achterhuis moerbalk en kinderbintzolderingen. Voorhuis met laatmiddeleeuwse kap; Achterhuis met 19de eeuwse kap.
Bouwhistorisch onderzoek i.v.m. verbouwings/restauratieaanvraag (08-03-1991) uitgevoerd door C. Booij en J. Op �t Hoog.
Het pand bevindt zich grotendeels in ontmantelde toestand. Slechts hetgeen direct waarneembaar was, werd onderzocht/genoteerd. Ook werden enkele foto�s gemaakt. Het is waarschijnlijk dat nader onderzoek van muren, schilderwerk en archivalische bronnen nog nieuwe feiten aan het licht brengt. Gezien de spoed werd echter voor bovenvermelde aanpak gekozen.
Voorhuis (intern)
- Kelder.
De nog gave kelder ligt aan de voorgevel en bestaat uit een enkel tonggewelf met de as loodrecht op de straat. Gemeten aan het voorhuis is de kelder exact twee travee�diep. De hoogte van de kelder is ongeveer twee meter. In de kelder bevinden zich twee toegangen; � buitentrap in de zuidoosthoek en � (later) in het gewelf gehakte toegang in de noordoosthoek. In de noordwand bevindt zich een kaarsennis.
- Beganegrond
Het voorhuis is rechthoekig van vorm, met de as loodrecht op de straat, en bestaat uit vier travee� De zoldering van eiken moerbalken (evenwijdig aan de voorgevel) en kinderbinten is nagenoeg geheel intact. De kinderbinten zijn half op de moerbalken gelegd. Er zijn nog vier complete sleutelstukken aanwezig; twee zijn afgezaagd. Uit sporen van pennen, gaten en toognagels in de moerbalken en de sleutelstukken, en sporen in het muurwerk, blijkt dat het huis een houtskelet met muurstijlen en korbelen heeft gehad. Tegen de westwand is nog een deel van een strijkbalk aanwezig. Merkwaardig is de ingemetselde balk in de noordmuur over de over de eerste anderhalve travee die zich pal onder de moerbalk bevindt. De balk is met latjes bekleed, waarschijnlijk ten behoeve van een pleisterwerk wand. Mogelijk betreft het hier een oude puibalk van een pui welke lag aan het steegje tussen nummer 10 en 8.
De eerste twee travee�zijn geel geschilderd van de volgende twee zijn de moerbalken en kinderbinten donkergroen geschilderd. Onder de voornoemde kleuren zijn restanten van schilderwerk zichtbaar, te weten roodbruin op wit.
De vloeren in het voorhuis bestaan deels uit gebakken plavuizen. Er bevonden zich twee haarden in het voorhuis, � tegen de noordwand in de tweede travee en � tegen de westwand in het midden, beide van de beganegrond tot boven doorlopend.
Het voorhuis heeft nu een rechte steektrap in de derde travee aan de zuidzijde.
Beganegronds is het voorhuis eens met een muur in twee�gedeeld geweest. De scheiding liep over de keldermuur blijkens �moeten�op de kinderbinten langs de tweede moerbalk.
- Eerste verdieping
Intacte indeling in viertravee� corresponderend met de beganegrond en de spanten van de kap. Bij de drie eiken moerbalken zijn nog vier complete sleutelstukken bewaard gebleven en twee zijn afgezaagd. Bij twee van de sleutelstukken zijn nog grote gesmede ijzeren spijkers aan de onderzijde zichtbaar.
De kinderbinten zijn intact en zijn ingelegd in de moerbalken. Aan de noordzijde is de balkkop van de derde moerbalk weggerot en is er zwamvorming over ca. 1,5 meter lengte.
Evenals op de beganegrond hebben alle moerbalken muurstijlen en korbelen gehad.
De eerste twee travee�en de zoldervloerdelen zijn thans cr�geel geverfd. De derde en vierde travee en de vloerdelen zijn groen geschilderd. Interessant is de schouw tegen de noordzijde; in het metselwerk zijn nog de restanten zichtbaar van de oude getoogde achterwand. De steektrap bevindt zich in de derde travee aan de zuidzijde tot in de kap.
- Zolder en kap
De eiken kapconstructie is nagenoeg compleet bewaard gebleven en bevindt zich in een redelijk goede staat.
De kap met vliering bestaat uit drie spanten van elk twee jukken boven elkaar met daarop kepers. Bij de onderste jukken zijn de spantbenen gekromd. Verder windschoren, hanebalk, korbelen en blokdelen met ankers. De kap kan globaal geplaatst worden tussen 1450 en 1550. In de onderste spanten de gegutste telmerken: II, III, IIII.
Het strijkspant ontbreekt. Het dak is afgewolfd aan de voorzijde (oostzijde).
Op enkele exemplaren in de noordoosthoek na, zijn de sporen vernieuwd. Het dak is thans onbeschoten.
In de muren zijn aan de noordzijde nog delen van de oude muurplaat zichtbaar.
Het dak is gedekt met verbeterde Hollandse pannen: rood.
- Achterhuis (intern)
Het rechthoekige achterhuis is intern een aantal malen gewijzigd; dit maakt het moeilijk om er een conclusie aan te verbinden voor wat betreft de oorsprong of mogelijk later hergebruik van oude materialen.
Het achterhuis is iets lager dan het voorhuis. Een verdiepingsbalklaag ontbreekt echter; vanaf de verdieping kan men recht in de kap kijken. Voor zover na te gaan valt, heeft het achterhuis geen kelder. Wel is er een balklaag van eiken moerbalken en kinderbinten. De kinderbinten zijn half op de moerbalken gelegd. Het profiel van de sleutelstukken is eenvoudiger dan dat van die in het voorhuis.
Tegen de westwand bevindt zich een schouw die doorloopt tot boven. Merkwaardig is de balk in de oostwand die mede gedragen wordt door twee natuurstenen consoles.
De vloer in het achterhuis bestaat grotendeels uit gebakken plavuizen. Sporen in de balken en de strijkbalk van de verdiepingsvloer duiden op een trap die aan de noordzijde in de eerste travee gezeten moet hebben.
Momenteel is de verdieping van het achterhuis alleen te bereiken vanuit het voorhuis.
De kap is een verbeterd Hollands spant en dateert uit de 19de- of vroege 20ste eeuw. Het blijft onduidelijk of het huis ooit een verdiepingsbalklaag heeft bezeten. Hiervan konden geen sporen worden waargenomen.
Net onder het dak valt er een dichtgemetseld venster op dat zich in de achtergevel van het voorhuis bevindt. Dit doet vermoeden dat het voorhuis ouder is dan het achterhuis.
Exterieur
Hoewel het onderzoek alleen betrekking had op Potterstraat 10, is er sprake van een duidelijke historische samenhang met het ernaast gelegen pand Potterstraat 8. In de gevel van Potterstraat 8 bevindt zich een zijtoegang die dient om het achterterrein van Potterstraat 10 te ontsluiten. Dat dit een historische situatie is, blijkt uit het feit dat er achter hetplafond van de zijgang een oude balk zichtbaar was; een restant van de oude vloer/verdieping. In 1566 wordt er al vermeld dat het huis een �gemene gang�en een �cleyn cockenken�(keukentje) achter het huis heeft. In de zijgangspringt het metselwerk iets uit op de plaats van de schouw, er kon niet worden nagegaan of deze schouw gedeeld was met nummer 8.
Het is opvallend dat de baksteen in het voorste gedeelte gemetseld is in leem.
Alle baksteen in de gevel is overigens wittig geschilderd.
Enkele baksteenformaten:
- baksteen voorgedeelte zijgevel in het steegje, kleur roodbruin, formaat ca. 20 x 10 x 4,7cm.
- baksteen achtergedeelte zijgevel tot bouwnaad achterhuis, kleur oranje-bruin formaat ca. 18 x 9 x 4,5 cm.
- baksteen zijgevel achterhuis, kleur rood-bruin-paars, formaat ca. 23 x11 x 5 cm.
In de zijgevel zijn inboetingen met andere baksteensoorten.
De baksteen van de achtergevel van het achterhuis is in principe gelijk in formaat aan die van de zijgevel van het achterhuis. De achtergeven van het achterhuis is een lappendeken, vol scheuren en reparaties. Vanaf de goten is de baksteen vermoedelijk 19de-eeuws. In de achtergevel zijn verder nog sporen te zien van een kozijn en van iets dat op vlechtingen lijkt.
Samenvattend kan gezegd worden dat de bouwkundige toestand van het voorhuis als geheel matig is. Wel kan geconstateerd worden dat het houtskelet op de muurstijlen en de korbelen na uitzonderlijk goed bewaard is gebleven.
De bouwkundige toestand van het achterhuis is over het algemeen slechter dan het voorhuis. Hier zijn met name de slechte conditie van de verdiepingsvloer en de talloze reparaties en veranderingen aan zowel interieur al exterieur debet aan.
Naar onze mening komt het voorhuis zeker voor plaatsing op de rijkslist in aanmerking. Het is echter raadzaam hierover eerst met de eigenaar te overleggen.
Omtrent de oorspronkelijke functie en bewoners is op dit moment nog niets bekend; een bronnenonderzoek kan hier wellicht uitkomst brengen.
Bij het pand met achterhuis hoort nog een binnenterrein met bakstenen muurtjes. De gebruikte baksteen is zonder meer oud zodat kan worden aangenomen dat ook dit binnenterrein deel uitmaakt van een historische situatie. Op dit binnenterrein bevindt zich nog een vervallen huis uit deze eeuw.
Redengevende omschrijving
In structuur en opbouw nog buitengewoon gaaf en zeldzaam middeleeuws huis, het houtskelet is nog grotendeels aanwezig, ook de gedeelde gang met nummer 8 is een historische situatie; voor bescherming komt het gehele pand in aanmerking evenals de tussengang, het achterhuis en het binnenterrein.